Wie zijn eigenlijk de mensen die in de gevangenis ons cultuuraanbod concreet vormgeven en al hun expertise inzetten om de creativiteit van gedetineerden te prikkelen? Elke maand laten we een van onze cultuurlesgevers aan het woord en peilen we naar hun motivatie, hun eerste kennismaking met de gevangenis, de uitdagingen en successen. Als eerste in deze reeks interviewden we Evi. Zij is kunstenaar en begeleidde tot voor kort het open schilder- en tekenatelier in Leuven Centraal.

Hoe ben je terechtgekomen bij De Rode Antraciet?

Door Elena, een vrouw die ik leerde kennen tijdens vrijwilligerswerk in een vluchtelingenkamp. Later zocht Elena iemand om haar te vervangen tijdens haar ziekteverlof. Na die vervanging kreeg ik een vast lesmoment in Leuven Centraal.

Hoe was je eerste kennismaking met de gevangenis? 

Ik ging er met een klein hartje naartoe, maar door de sympathie van de mannen en van Sabine, cultuurfunctionaris bij De Rode Antraciet, veranderde dat snel. Ik ben eerder een schuchtere persoon maar door de waardering en het respect van de mannen, heb ik me kunnen openstellen en hebben we veel gelachen samen. Er waren ook ‘stille’ momenten waar we samen aan het tekenen waren en waar je voelde dat ze aan het genieten waren van het moment en van de creativiteit.

Wat is voor jou het grootste verschil tussen lesgeven buiten en binnen de gevangenis? Waarin verschilt jouw aanpak?  

Op zich niet zo veel, maar binnen de muren hoor je weleens verhalen over de reden van hun detentie. Dit kan wel binnenkomen. Met een open geest en zonder vooroordelen lukt het wel.

Wat haal je zelf uit deze job en uit deze specifieke context? Waarom doe je het?   

Eén van de redenen waarvoor ik het doe,  is omdat onze maatschappij niet zo goed in elkaar zit in mijn ogen. In sommige stammen van Afrika gaat men, als iemand iets verkeerds heeft gedaan, in groep samenzitten en vertelt men over diens positieve eigenschappen. Hier in België wordt vooral het ‘slechte’, bewust of onbewust, versterkt.

Gedetineerden hebben niet gevraagd om een verkeerde opvoeding of trauma’s die maken dat ze  zich niet ‘acceptabel’ gedragen. Hoe komt het dat in Nederland, Finland, Denemarken en Zweden veel minder gedetineerden zijn? We moeten meer een voorbeeld nemen aan landen die het beter doen!

Wat vind je het moeilijkste aan de job? 

Het moeilijkste vind ik de confrontatie met opgesloten en verbannen te zijn van de buitenwereld en toch ook wel rekening te houden met hun kwetsbaarheid.

Welke eigenschappen moet je als begeleider hebben om binnen deze context goed te functioneren?   

Het is vooral belangrijk om empathisch, onpartijdig en onbevooroordeeld te zijn.

Heb je het gevoel dat je echt iets bijdraagt aan de (huidige of toekomstige) situatie van gedetineerden?   

Ja, door hun de mogelijkheid te geven om te ervaren wat kunst is. Ze laten voelen wat dit met hen kan doen en hen hierdoor te laten bezinnen. Gewoon al een potlood vast nemen en beginnen kleuren, kan zoveel teweeg brengen bij iemand. En natuurlijk ook hen een warm gevoel geven, dat ze kunnen meenemen als ze terug naar buiten gaan.

Wat zal je altijd bijblijven van deze ervaring?

Een gedetineerde maakte een schilderij met een mooie symboliek. Van een meisje dat positiviteit en goedheid bracht op een donkere plaats en tussen mensen met dubbele gezichten en boosaardigheid. Dit blijft me ontroeren en dit geeft ook erkenning aan vele vrijwilligers die met hun hart werken.