Omdat onze functionaris in de gevangenis van Gent het gevoel had dat ze de sportfatikken inhoudelijk niet voldoende kon ondersteunen, riep ze de hulp in van Lisa. Deze 22-jarige LO-leerkracht gaf naast haar uren al sportlessen in de gevangenis van Dendermonde. Sinds begin dit jaar geeft ze haar fitnessexpertise ook door aan de sportfatikken in de gevangenis van Gent, zodat zij op hun beurt sportende gedetineerden op een correcte manier kunnen begeleiden.  

Lisa: ‘ik ben al van kindsbeen af actief in de sport, vooral atletiek en fitness. Ik was er zo bezeten van dat ik besloot om er mijn beroep van te maken. Het initiële plan was om later bij de politie te gaan dus vond ik het een meerwaarde om tijdens mijn stage les te geven aan gedetineerden. Aanvankelijk was dat wel een hele uitdaging, werken met gedetineerden, maar nu ik een wekelijkse opdracht heb in Dendermonde voelt het meer als een ontspanning. Toen De Rode Antraciet me vroeg om een opleiding te geven in Gent aan de sportfatikken, was de beslissing snel gemaakt.

Wat is het concrete doel van de opleiding?

Lisa: ‘Het doel is om sportfatikken meer kennis te geven over fitness. Niet enkel de techniek van oefeningen is van belang, maar ook de manier hoe je een training in elkaar steekt. Dat gaat dan bijvoorbeeld over groepslessen, werken in duo’s, trainingsvormen, het aantal herhalingen, reeksen, variaties, core stability, blessures…. Ook leren ze de spieren kennen zodat ze weten welke oefeningen ze moeten geven als iemand pakweg de gluteus medius wil trainen. Daarnaast kan deze opleiding ook een meerwaarde zijn als ze vrij komen, het geeft hen misschien de kans om te gaan werken in een fitness.’

Wat is je motivatie om met deze doelgroep te werken?

Lisa: ‘Ik vind het zelf heel belangrijk dat sport voor iedereen toegankelijk is, ook voor mensen die een misdrijf hebben begaan. In mijn ogen is iedereen gelijk dus ik heb geen vooroordelen als ik de gevangenis binnenstap. Ik merk ook dat de gedetineerden na mijn lessen voldaan zijn en dit geeft me altijd een goed gevoel. De sportfatikken leren van mij, maar ik ook van hen. Ik merk ook dat als je hen respect geeft, dat je respect terug krijgt.’

Waren er ook bepaalde drempels of problemen die je niet verwacht had? Hoe heb je die aangepakt?

Lisa: ‘Het is moeilijk om deelnemers wekelijks op te volgen. Je werkt bijvoorbeeld 8 weken aan een stuk met een bepaalde persoon en van de ene week op de andere kan die ineens vrij zijn, ATV hebben of op transfer zijn. Als je een trainingsschema maakt voor 2 of 3 mensen op een uur, dan zit jouw uur al goed vol en is het moeilijk om iedereen een kans te geven. Ik vind het goed dat er daarom sportfatikken zijn die mensen kunnen helpen met nieuwe oefeningen die ze tijdens hun opleiding hebben gezien. Zo kunnen de lesgevers misschien in de toekomst worden ingeschakeld om groepslessen of bewegingslessen te geven zoals basketbal, volleybal, badminton… naast de fitnesssessies. Zo krijgen de gedetineerden meer aanbod want niet iedereen houdt van trainen met gewichten.’

‘Een tweede drempel is de taalbarrière. Ik had niet verwacht dat er zoveel anderstaligen in de gevangenis zouden zitten. Ikzelf kan goed Nederlands en Engels. Van Frans en Duits beheers ik enkel de basis, maar meestal zaten er mensen met nog andere nationaliteiten die geen van die talen spreken. Dan is het voor mij enorm moeilijk om een schema te maken. Het lukt wel, maar het is moeilijk om me uit te drukken, terwijl ik eigenlijk graag babbel met de mensen.’

Wat is voor jou het belang van sport in de gevangenis? Welke impact heeft het volgens jou?

Lisa: ‘Ik merk dat het voor de gedetineerden een uitlaatklep is en even een moment van vrijheid. Sport is zeer bevorderend voor het mentaal welzijn en in de gevangenis is dit zeker noodzakelijk omdat deze mensen 22/24 in hun cel zitten. Daarnaast is sport in de gevangenis ook belangrijk voor sociaal contact.
In Dendermonde merk ik dat ze smeken naar meerdere keren sport in de week. Velen willen twee keer of meer omdat ze spiermassa bij willen krijgen of aan hun conditie willen werken. Anderen willen vooral fitnessen om minder in hun cel te hoeven zitten.’

Heb je er zelf ook iets uit geleerd?

Lisa: ‘Elke keer leer ik nieuwe dingen over hoe ik het zou kunnen aanpakken wat betreft 1 op 1 werken. Soms vertellen gedetineerden ook over de feiten die ze begaan hebben en dan wist ik niet wat ik daarop moest zeggen. Ondertussen heb ik al veel gesprekken gehad met gedetineerden en weet ik al veel beter hoe ik moet reageren in zo’n situatie.’

Zou je nog vaker in de gevangenis willen lesgeven en waarom?

Lisa: ‘Zeker! Ik merk dat de gedetineerden er echt voldoening uit halen, ze komen altijd met veel enthousiasme naar de sportlessen. Ikzelf vind het ook een interessante doelgroep omdat iedere persoon een grote rugzak draagt. Het is een totaal andere wereld dan die ik gewoon ben. Alleen daarom zou ik in de gevangenis willen blijven lesgeven. Elke dag is anders en dat vind ik juist zo uitdagend.’