De afgelopen maanden zijn voor iedereen die in de detentiesector werkt zeer uitdagend geweest. Voor de mensen in detentie zelf was het ronduit inhumaan. Dit voorjaar kenden we 43 nationale en 20 lokale stakingsdagen[1]. We konden de problemen en diverse schrijnende situaties tijdelijk volgen op radio en tv. Het werd pijnlijk duidelijk dat onze gevangenissen vandaag het resultaat zijn van decennialange stiefmoederlijke behandelingen: verouderde infrastructuur, aftandse cellen, zware overbevolking, grote personeelstekorten, enzovoort.

Oplossingen zijn niet direct voorhanden. Het is duidelijk dat de visie op straffen herzien moet worden en dat er geïnvesteerd moet worden. Er zijn eindelijk mediadebatten gevoerd waarin werd erkend dat de algemene malaise niemand ten goede komt. De ontevredenheid is dus zeer begrijpelijk. Echter, er zijn andere manieren om de aandacht te vestigen op de noodzaak van een waardige en hedendaagse detentie anno 2024. Mensen verblijven en werken al in zeer moeilijke omstandigheden, en deze massale stakingsacties maken de schrijnende toestanden alleen maar erger.

Wat betekenden deze stakingen en acties nu voor de mensen in detentie vanuit het perspectief van onze organisatie?

Gemiddeld konden van januari tot en met mei 30% van de geplande uren sport en cultuur niet plaatsvinden. In januari en februari begonnen de afgelaste uren met 10% te stijgen, in maart steeg dit naar 20%, en in april werden maar liefst 70% van al onze activiteiten afgelast. In mei kwamen we uit op 30% afgelastingen. Concreet betekent dit dat gemiddeld 6.400 geplande uren sport en cultuur zijn geschrapt. Dit houdt in dat ook alle afspraken met lesgevers, het vastleggen van lokalen en materialen, en de planning herbekeken moeten worden. Alles moet naar een bepaalde of onbepaalde tijd worden verplaatst, of kan misschien zelfs helemaal niet meer worden hervat. Bij een gemiddelde van 6 deelnames[2] per uur (wat een onderschatting is), betekent dit dat meer dan 38.000 geplande deelnames niet doorgingen. In april alleen al waren dit er 19.000. Dit zijn hallucinante cijfers, vooral als we weten dat de initiatieven van onze collega’s van Hulp- en Dienstverlening aan gedetineerden, zoals bibliotheekwerking, onderwijs, werk, en individuele gesprekken, evenzeer werden geschrapt of sterk verminderd.

Achter deze cijfers gaan mensen schuil, op veel domeinen. Voor de mensen in detentie is er geen alternatief of vervanging; er is dus niets. Deuren bleven vaak gesloten in het voorjaar. De effecten van deze quasi volledige isolatie zijn niet in cijfers uit te drukken, de detentieschade is immens groot: hoe blijf je mentaal en fysiek overeind? In de gevangenis van Gent is de situatie sinds eind februari zeer dramatisch: we kunnen er al maanden niets realiseren, ook voor onze collega’s van Hulp- en Dienstverlening zijn mogelijkheden miniem, en dit lijkt ook in de zomermaanden niet te verbeteren. Opmerkelijk dat de verschillen tussen gevangenissen frappant zijn. In bepaalde gevangenissen deden directies en penitentiaire beambten er alles aan om zo snel mogelijk terug naar ‘normaal’ te gaan, en was de stakingsbereidheid laag. Deze inzet wordt door iedereen enorm gewaardeerd; ook de mensen in detentie laten dit blijken wanneer ze weer even kunnen deelnemen aan een activiteit. Maar de overbevolking, het hoge absenteïsme en de personeelstekorten maken het extra moeilijk.

Gebrek aan perspectief

Onze partners, vrijwilligers, freelancers en stagiaires worden eveneens getroffen. Geen activiteiten betekent geen perspectief voor de gedetineerden en geen voortgang in hun traject. Het betekent voor onze partners geen werk of stage. Voor freelancers betekent het geen vergoeding. Zeker voor degenen die in meerdere gevangenissen werken, kan dit zware gevolgen hebben. Het perspectief verdween zowel voor de gedetineerden als voor onze partners. Dit geldt natuurlijk ook voor onze collega’s die dagelijks in dit systeem werken. Wat doe je met een opleiding start2coach? Wat gebeurt er met een gestart theaterproject of een filmtraject? En de dagelijkse fitness? Wat met de broodnodige sociale contacten tijdens deze activiteiten? Wanneer kunnen we herstarten en is er dan zekerheid? Kunnen we op onze begeleiders blijven rekenen? Onze collega’s ontvangen berichten van lesgevers die, soms na jaren, toch de handdoek in de ring gooien. De rode draad in dit alles is de onvoorspelbaarheid waarmee onze collega’s en alle begeleiders moeten werken en de soms onduidelijke communicatie: is er vandaag iets mogelijk; moet ik de lesgevers bellen? Niet onze doelgroep, maar het systeem zorgt voor ontgoochelingen, creëert extra stress en legt een hypotheek op de mentale gezondheid.

We kunnen de impact van zo’n voorjaar op ons team, het team van de Hulp- en Dienstverlening, alle mensen op de werkvloer, en de mensen in detentie niet negeren. We moeten deze situaties blijven aankaarten en zichtbaar maken. Op onze inspiratiedag participatie in maart werd de Amerikaanse filosofe Angela Davis geciteerd: “In de regel beschouwen mensen gevangenissen als vanzelfsprekend. Het is moeilijk om zich een leven in te beelden zonder. Tegelijkertijd heerst er tegenzin om de verborgen realiteiten ervan onder ogen te zien, heerst er angst om na te denken over wat er zich binnenin afspeelt.” Davis is kritisch over de fundamentele aard van strafrecht en opsluiting. Ze pleit voor een rechtvaardiger systeem gericht op rehabilitatie en herstel, in plaats van puur op straf en uitsluiting.

Investeren in humane detentie

Vooruitkijkend naar de komende maanden hopen we dat de situatie zich stabiliseert en dat we onze activiteiten in alle gevangenissen weer op het gebruikelijke niveau kunnen voortzetten. Maar dat is ruim onvoldoende. We moeten vooral leren van deze acute crisisperiode, anders vervallen we in ‘business as usual’. Het is cruciaal dat we samen sterker investeren in een humane detentiecontext, wat visie, beleid en investeringen vereist.

Het is opmerkelijk dat onze medewerkers, de collega’s van de Hulp- en Dienstverlening, het justitiepersoneel, en al onze vrijwilligers en partners ondanks alle tegenslagen onvermoeibaar blijven werken om met en voor mensen in detentie zaken te realiseren. Hun immense inzet en toewijding verdienen niet alleen erkenning maar ook waardering en respect. Door hun inspanningen te erkennen en te waarderen, zetten we een krachtige stap richting een noodzakelijke koerswijziging. Laten we deze kans niet verspillen. 

Misschien zijn we er nog niet, en misschien zullen we er nooit komen, maar we zullen zeker onderweg zijn, en ik denk dat het onderweg zijn, de reis, de tocht, mooi is in de ontdekking van het menselijk potentieel.[3]

 

Els Tijskens, directeur De Rode Antraciet

 

[1] Bron: Agentschap Justitie & Handhaving
[2] Deelname = niet unieke deelnemers, iemand die elke week 1 keer deelneemt aan fitnes of een muzieksessie zal op jaarbasis 52 keren geteld zijn
[3] Angela Davis looks back on her life, her legacy — Harvard Gazette